Het goed controleren en onderhouden van je autobanden is cruciaal. Rijden met banden die (ongelijke) slijtage of geen goede bandenspanning hebben, kan erg gevaarlijk of ongemakkelijk zijn. Om je hierbij te helpen zijn er veel verschillende markeringen om aan te geven wat de band wel en niet aankan en welke eigenschappen de band wel en niet heeft.
Tegenwoordig is er meer informatie over de banden te vinden dan slechts de bandenmaat en het label. Sommige banden zijn speciaal gemaakt voor een bepaald automerk, zijn extra stevig of hebben andere speciale eigenschappen en functies. In dit artikel zullen we uitleg geven over de verschillende opties en de markeringen die hierbij horen.
Soorten bandmarkeringen
Hieronder volgt een overzicht van alle soorten banden en de bijbehorende markeringen. Het gaat hier om de eigenschappen van de banden, speciale gehomologeerde banden en de snelheidscoderingen van de banden. Deze worden apart van elkaar benoemd.
Verstevigde banden
Worden ook wel Extra Load genoemd. Deze banden worden veel gebruikt voor caravans en aanhangers. Het zijn stevige banden met een veel draaivermogen. Vaak worden deze banden gemarkeerd met een ‘XL’.
Run-Flat banden
Deze banden zorgen ervoor dat je kunt doorrijden met een lekke band. Deze banden passen niet zomaar op elke auto. De auto heeft hiervoor een bandenspanning controlesysteem nodig en een ingebouwd waarschuwingssysteem (TPMS).
Three Peak Mountain Snowflake
Afgekort als 3PMSF. Dit symbool geeft aan dat de banden voldoen aan de winterbandenplicht in Duitsland. In Nederland noemen we dit ook wel het sneeuwvloksymbool. Deze markering is te vinden op winterbanden en op all-season banden. Banden met een M+S (mud + show) symbool voldoen tot 31 september 2024 ook aan de winterbandenplicht, maar alleen als deze banden voor 31 december 2017 geproduceerd zijn. Je kunt deze markering onder andere op de Michelin CrossClimate vinden!
Velgrandbescherming
Hiervoor is geen extra markering te vinden. Velgrandbescherming is makkelijk te zien op de banden. Je ziet op het contactpunt met de velg een extra laag versterkt rubber. Vaak zit deze laag op banden die op brede lichtmetalen velgen zitten. De zijkanten van de banden zijn minder hoog.
Silent banden
Aan de binnenkant hebben deze banden een speciale schuimlaag met hoger absorptievermogen. Hierdoor wordt het geluidsniveau gedempt in de auto op het wegdek. Deze banden zijn extra stil en zijn dus een stuk fijner als je in de auto zit.
Seal banden
Deze autobanden zijn zelfdichtend. Hierdoor kun je doorrijden als je over een scherp object rijdt. De banden hebben een speciale afdichtingslaag, die kleine gaten in de band meteen sluit. Hierdoor verlies je geen druk en hou je meer controle over de auto. Deze zelfdichtende banden worden ‘seal’ banden genoemd.
Overige bandenmarkeringen
DT, DTI
Different Tread; banden met een nieuwe profielversie.
G1
Afwijkende buitendiameter; banden met een buitendiameter met een loopvlakbreedte die niet hetzelfde is als banden zonder de G1 markering. Banden dienen verplicht te zijn uitgerust met G1 banden, behalve als de auto vierwielaandrijving heeft.
LHD
Left Hand Drive; deze banden zijn geschikt voor auto’s waarbij het stuur aan de linkerkant van de auto zit.
RT
Racing Technology.
S1, ST
Saw-tooth Tread; deze banden voldoen aan de geluidsstandaard die is ingevoerd.
TPC
Tyre Pressure Control; deze speciale banden zijn geschikt voor het automerk BMW en het bijbehorende controle- en waarschuwingssysteem voor de banden.
Homologaties voor bepaalde automerken
Deze markeringen geven aan dat banden speciaal zijn geproduceerd voor bepaalde automerken. Een uitgebreid schema van deze markeringen per merk kun je gemakkelijk vinden op internet door te zoeken op ‘homologaties autobanden’. Meestal hebben deze banden een code van één tot drie letters en / of cijfers. Bijvoorbeeld AO, AO1 en AO2 voor Audi en VW, VW1 voor Volkswagen.
Snelheidscodering van de banden
Tenslotte hebben banden nog een snelheidscodering. Deze markering staat voor de maximale snelheid die de banden aankunnen. Deze codering kun je vinden op de zijkant van de band en is aangegeven met een bepaalde letter. Het is wettelijk gezien niet toegestaan om banden te hebben met een lagere snelheidscodering dan de maximale snelheid van de auto waar ze onder zitten. Deze informatie kun je terugvinden in het instructieboekje van de auto. Als je winterbanden gebruikt mag dit wel, alleen moet je dan verplicht een sticker met de maximale snelheid plaatsen in het gezichtsveld. In Duitsland bijvoorbeeld is dit verplicht.
Dit zijn de snelheidscoderingen met bijbehorende letter:
- P (tot 150 km/u)
- Q (tot 160 km/u)
- R (tot 170 km/u)
- S (tot 180 km/u)
- T (tot 190 km/u)
- U (tot 200 km/u)
- H (tot 210 km/u)
- V (tot 240 km/u)
- Z (hoger dan 240 km/u)
Bronnen: